4.0 Interbellum en Tweede Wereldoorlog


HOOFDVRAAG:

Hoe kwam het voor de tweede keer in de twintigste eeuw tot een oorlog?

De Tweede wereldoorlog duurde van 1939 - 1945 en was het tweede conflict op wereldschaal in de twintigste eeuw. De Tweede Wereldoorlog heeft verschillende oorzaken. Maar een van de belangrijkste oorzaken was het verlies van het keizerrijk Duitsland in de Eerste Wereldoorlog, wat tot grote veranderingen leidde in de jaren daarna. Maar niet alleen in Duitsland zijn er oorzaken te vinden. De aanleiding van het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in Europa was de invasie van Polen door nazi-Duitsland op 1 September 1939. Hierna verklaarden op 3 September 1939 Frankrijk en Engeland de oorlog aan nazi-Duitsland. De aanleiding in Azië heeft weer 2 oorzaken. De eerste aanleiding tot een oorlog was was toen Japan China binnenviel vanuit Mantsjoerije tijdens de Chinees-Japanse oorlog. Japan was nog steeds met China in oorlog toen het op 7 december 1941 de aanval op Pearl Harbor uitvoerde en zo de Verenigde Staten in de oorlog meesleepte. Dit wordt dan ook de tweede (en belangrijkste) aanleiding genoemd, want de Tweede Chinees-Japanse Oorlog was eigenlijk een conflict tussen twee landen dat pas veel later andere landen meesleepte. Toen waren er meerdere continenten in een oorlog en kon je het een echte wereldoorlog noemen


Samenvatting 4.0

Na de vrede van Versailles hielp Amerika Duitsland weer op te bouwen door het dawesplan.

Net toen alles een beetje goed ging sloeg de crisis toe over heel de wereld. Roosevelt probeerde Amerika te helpen met zijn New Deal. Hitler werd kanselier in 1933 in het kabinet met zijn partij de NSDAP. Na de brand in de Rijksdag kreeg Hitler de volle macht en veranderde hij Duitsland in een totalitaire staat.

Hitler begon met het antisemitisme. Alleen Ariërs, blanke Duitsers, hadden recht.

In de Kristalnacht in 1938 werden duizenden synagogen, joodse winkels en bedrijven vernield. Ook probeerde Hitler het verdrag van Versailles te verbreken. Hitler sterkte het leger van Duitsland aan en ook Oostenrijk sloot zich aan en zo namen ze Rijnland en een groot deel van Tsjechoslowakije in. Toen Hitler Polen aanviel verklaarden Frankrijk en Engeland Duitsland de oorlog. Op 4 september 1939 begon de tweede wereldoorlog.

De Joden werden aangepakt en in concentratiekampen gezet in Polen, waar ze werden vergast en verbrand.





4.1 Na Versailles


Samenvatting 4.1

Wilhelm II trad af in aanrading van zijn generaals in november 1918 en hij vroeg een wapenstilstand. Hij kreeg asiel in Nederland en woonde daar twee jaar in Amerongen en vervolgens in Doorn.

Duitsland werd een republiek. Socialisten en Liberalen kregen de macht.

Het staatshoofd werd een president maar eigenlijk hadden de rijkskanselier, de premier en zijn ministers alle macht. De soldaten wisten dit niet en omdat de generalen de wapenstilstand hadden bedacht maar de koning had deze uitgevoerd. Hierdoor konnen de Soldaten niet vechten en hadden ze als het ware een dolkstoot in de rug gehad.

Adolf Hitler was een Oostenrijker die zich vrijwillig aansloot bij de Duitsers om het de socialisten en democraten het leven zuur te maken.


De Duitse regering wilde geen herstelbetalingen geven en dus nam Frankrijk het Ruhrgebied in, het grootste industriegebied van Duitsland. De regering begon een staking en betaalde de stakers. Hierdoor werd het geld steeds minder waard. Hitler en generaal Ludendorff probeerde in deze ellende een staatsgreep te plegen op 8 november 1923. Dit mislukte en Hitler belande in de cel waar hij ‘mein kampf’ schreef.


Het Dawesplan gaf Duitsland leningen waardoor ze de herstelbetalingen konden betalen. De Fransen gingen weg uit het Ruhrgebied. De regering van Duitsland besloot weer te vervullen aan de eisen van het verdrag van Versailles: de Erfüllungspolitiek.

In 1925 werd oud-generaal Von Hindenburg president. Dat gaf de tegenstanders van de Weimarrepubliek weer vertrouwen. Duitsland mocht in 1926 lid worden van de Volkenbond.









4.3 Nationaalsocialisme en fascisme

samenvatting 4.3

Dankzij het Dawesplan had Duitsland veel geld geleend van Amerika en Amerika wilde dat geld nu terug vanwege een crisis in 1929. Omdat door het Dawesplan ook veel Amerikaanse bedrijven in Duitsland zaten waren meer dan 6 miljoen mensen werkeloos in Duitsland.

Door de wanhoop zochten veel mensen hun redding bij Hitler. Na enkele jaren was de NSDAP weer de grootste partij van het land. Samen met Joseph Goebbels had Hitler de bevolking overtuigd met affiches, foto’s, films en politieke toespraken. Ze legde de nadruk op de strijd tegen communisten, socialisten en Joden. Volgens Hitler hadden de Joden over de hele wereld de crisis veroorzaakt om Duitsland te vernietigen.


Hitlers grote voorbeeld was Mussolini, dictator van Italië sinds 1922. Maar Hitler ging verder mussolini. Hitler was heel erg racistisch en vond het ene ras beter als het andere. De Joden zag hij als een minderwaardig ras.



Interview met meneer Stephan


1. Heeft U veel slechte herinneringen aan de oorlog?

Ja, de oorlog was slecht, dus op zich zijn de meeste herinnering sowieso al slecht. De honger en de angst die we hadden, daardoor werd het nog slechter. Als kind had je nergens last van, maar de moeders waren altijd gestrest en verstijfd van de angst. Bij alles wat zij fout deden werden ze gestraft, dan kregen ze een aantal hevige klappen tegen hun hoofd aan. Maar niet alleen als de moeder zelf iets fout deed, ook als de kinderen, wij dus, iets fout deden werd je moeder gestraft. Deed je iets wat hun niet aanstaarde dan werd je moeder gestraft. En als klein kind die elke keer maar weer ziet hoe je moeder wordt gestraft door JOU, dan sta je na dat enkele keren te hebben gezien ook verstijfd van angst.


2. En heeft U dan misschien ook nog wel goede herinneringen aan de oorlog?

1 hele goede herinnering in het kamp van Indonesië. Er kwam 1 keer in de week een leverancier langs, en als je geld had kon je bij hem eten bestellen, zoals eieren en kippen om te slachten. Mijn moeder had een groot deel van haar geld nog omdat zij haar geld nooit op de bank heeft gezet. En toen de banken werden gesloten is ze dus niet al haar geld kwijt geraakt. Deze man, de leverancier, die  bracht het eten en bleef altijd nog gezellig meepraten met mijn moeder. Maar toen uiteindelijk ook ons geld op was, heeft mijn moeder al haar sieraden die wat waard waren moeten verkopen. Al haar gouden kettingen en armbanden en zelfs haar trouwring heeft ze uiteindelijk verkocht. Door het verkopen van de sieraden konden we dan uiteindelijk weer voor een tijdje nieuwe spullen kopen. Toen uiteindelijk al het geld en ook nog eens de sieraden op waren, konden we geen spullen meer bij de leverancier kopen. Maar omdat het een goede vriend van ons was heeft mijn moeder afscheid van hem genomen omdat hij niet meer bij ons zou komen. Na het afscheid nemen gaf hij mijn moeder een handdruk. Bij het geven van die handdruk gaf hij al mijn moeders sieraden die ze had verkocht terug aan haar. Dat is van mij een hele goede herinnering. Dat er toch nog goede mensen tijdens de oorlog waren.


3. Bent u veel familieleden kwijtgeraakt in die tijd?

Mijn vader was een militair, die ben ik al op het begin of eigenlijk zelfs nog vóór dat de oorlog begonnen was kwijtgeraakt. In het kamp waar we in opgesloten zaten ben ik mijn oma kwijtgeraakt, dat kwam doordat ze het kleine beetje eten en suiker wat we kregen steeds achter hield en niet zelf op at maar aan mij en mijn zusje gaf zodat wij sterker zouden worden. En twee kennissen van mijn ouders zijn gestorven in het jongenskamp van de honger en van ziektes.


4. Wat vond u het ergste wat er is gebeurd?

We hadden geen idee hoe het precies zat met de oorlog buiten het kamp en in de rest van de wereld. En in het kamp zelf stierven er steeds meer mensen. Eerst gingen de oudere mannen dood, maar de laatste paar maanden gingen er ook een heleboel jongens dood, mijn angst was dus om óók dood te gaan. Door te kort aan vitamines zag je na een aantal weken bij de mannen rare verschijnselen. Ze maakten altijd rare trekjes met hun benen, de benen gingen omhoog staan en raar buigen, een beetje alsof ze een soort flamingo waren. En een paar weken nadat ze die rare verschijnselen kregen gingen ze dood. Toen ik zag dat mijn broer deze zelfde verschijnselen ook kreeg, werd ik vreselijk bang omdat ik dacht dat hij ook dood zou gaan. Maar gelukkig werden we net op tijd uit het kamp bevrijdt en heeft hij het toen nog gered.


5. Heeft u misschien nog goede vrienden uit die tijd?

Ja heel erg veel. Een paar hebben een jaar of 30 geleden via een radioprogramma, wat een beetje lijkt op ‘’vermist’’ of ‘’opsporing verzocht’’ maar dan via de radio contact gezocht. Daar hebben ze informatie gegeven over hoe ze heette en in welk kamp waar en wanneer ze zaten, en met wie ze er zaten. En daar door zijn we weer bij elkaar gekomen. Door de oproep hebben er een heleboel weer contact gezocht met de mensen waar we vroeger mee in het kamp zaten. 10 mensen kwamen dezelfde dag nog op de oproep af.  En zo kwamen er steeds meer en meer mensen bij, ze gingen iedereen proberen op te sporen. Samen hebben we een groot boek gemaakt, met al onze herinneringen en ervaringen in het kamp, alles wat we deden en herinneren staat er in. Met de mensen die toen op zijn komen dagen hebben we een soort groep gevormd waar we regelmatig mee afspreken, heel toevallig hebben we vorige week nog een bijeenkomst gehad. We hebben aan alle leden zo’n boek gegeven zodat iedereen zijn herinneringen kon geven. Elk jaar hebben we een reünie  van 375 mensen die nog leven. Dit jaar waren het er 90 die kwamen.


Gemaakt door Nikki en Bo



‘’During the War’’

Geschreven door Nikki en Bo - Meneer Stephan heeft voor een groot deel van de oorlog in een kamp gezeten. In het zogenaamde ‘’Jappenkamp’’. Hij verbleef daar eerst nog samen met zijn moeder, oma, broer en zusje, maar werd daarna samen met zijn broer overgeplaatst naar een jongenskamp. Hij heeft het heel moeilijk gehad in de oorlog. Nog aan het begin, of zelfs voor de oorlog is hij zijn vader verloren, hij was een militair. Tijdens de oorlog is hij zijn oma kwijtgeraakt, dit was tijdens het verblijf in een van de kampen. Zijn oma probeerde in het kamp goed voor hem en zijn zusje te zorgen door haar eten af te staan aan hun, maar is daardoor door honger overleden. Maar tijdens de oorlog zijn niet alleen minder leuke dingen gebeurd, er zijn ook een aantal leuke dingen die hij heeft meegemaakt. ‘Zo kreeg hij van een vriend eten, van het geld wat ze nog hadden en heeft hij ondanks dat ze opgesloten zaten, in het kamp toch veel vrienden gemaakt. Deze mensen hebben jaren na de oorlog weer contact met elkaar gezocht en zijn nu een soort van organisatie begonnen waarbij ze elk jaar een reünie hebben. Ook hebben ze samen een boek gemaakt waar al de mooie, maar natuurlijk ook minder mooie herinneringen aan de oorlog en het kamp in staan. Meneer Stephan had dit boek meegenomen en het was een heel mooi boek om te zien. Hij heeft in de oorlog veel meegemaakt, zowel goede maar vooral ook slechte dingen. De slechte herinneringen blijven natuurlijk voor altijd. Maar gelukkig heeft hij er ook vrienden, of in ieder geval bondgenoten aan over gehouden die hetzelfde hebben meegemaakt en waar hij er mee over kan praten. Hij spreekt ze nog regelmatig en hebben toevallig vorige week nog een bijeenkomst gehad.

Geschiedenis

3.0 Eerste Wereldoorlog en communisme


Hoofdvraag:

Welke rol speelde de Eerste Wereldoorlog bij het uitbreken van de Russische revolutie?

Als de Eerste Wereldoorlog niet plaats had gevonden dan was het Russische leger nog even sterk als in het begin. Dan was de tsaar nog even sterk aan de macht en dan had de Revolutie zeker geen kans gehad. Goed over nagedacht.

Toch mis ik meer informatie over het verband tussen de revolutie en WOI.


3.1 Je eigen land en je eigen volk


Waardoor brak de Eerste Wereldoorlog uit?

Rond 1900 is Duitsland een belangrijk land in Europa. Een land met heel veel grote fabrieken.

In die fabrieken worden wapens gemaakt, waarmee Duitsland wil land zien hoe sterk en machtig het is. In buurland Frankrijk zijn de mensen bezorgd. Stel je voor dat Duitsland oorlog gaat beginnen tegen ons. Daarom gaat Frankrijk een verbond aan met Engeland en Rusland.

De landen spreken af dat ze elkaar helpen als er oorlog komt. Maar ook Duitsland gaat een verbond aan. Met Oostenrijk-Hongarije en Italië. En ook zij spreken af elkaar te zullen helpen.

Op 28 juni 1914 gebeurt er iets vreselijks in de stad Sarajevo. De kroonprins van Oostenrijk-Hongarije en zijn vrouw worden vermoord. De machthebbers in Oostenrijk-Hongarije zijn woedend. Vooral op buurland Servië. Ze denken dat de Serven achter de moordaanslag zitten. Oostenrijk-Hongarije is zo boos dat het Servië de oorlog verklaart. Maar Rusland komt Servië direct helpen. Oostenrijk-Hongarije wordt dan geholpen door Duitsland. Duitsland verklaart direct de oorlog aan Rusland, Frankrijk en uiteindelijk ook Engeland. Alle machtige landen van Europa zijn nu met elkaar in oorlog. De Duitsers willen Frankrijk veroveren. Het gaat heel snel en ze komen een heel eind. Maar iets te noorden van Parijs blijven de Duitsers steken. Ze worden tegengehouden door de Franse en Engelse soldaten. De legers graven zich in de grond in en er ontstaat een oorlogsfront van de Belgische kust tot aan Zwitserland. Vier jaar lang vechten de legers tegen elkaar, zonder resultaat. Maar dan komen de Amerikanen meevechten. Daar kan Duitsland niet tegenop en ze moeten zich wel overgeven. In 1918 is de oorlog voorbij.

De Eerste Wereldoorlog heeft het leven gekost aan 10 miljoen soldaten.


Duitsland was een groot en machtig land, het buurland Frankrijk was bezorgd dat Duitsland een oorlog zou beginnen. Daarom sloot Frankrijk samen met Engeland en Rusland een verbond en spreken af dat ze elkaar helpen als er oorlog komt. Maar ook Duitsland gaat een verbond aan met Oostenrijk-Hongarije en Italië. En spraken af dat ze elkaar zouden helpen. op 28 juni 1914 gebeurde er iets vreselijks in de stad Sarajevo. De kroonprins van Oostenrijk-Hongarije en zijn vrouw werden vermoord. En het land was woedend. Ze dachten dat de Serven er achter zaten en ze waren zo boos dat Oostenrijk-Hongarije de oorlog aan Servië verklaart. Maar Rusland komt Servië direct helpen. En Oostenrijk-Hongarije word geholpen door Duitsland. Duitsland verklaard direct de oorlog aan Rusland, Frankrijk en uiteindelijk ook Engeland. Alle machtige landen van Europa waren toen met elkaar in oorlog. De Duitsers wilden Frankrijk veroveren. Ze worden tegengehouden door de Franse en Engelse soldaten. Vier jaar lang vechten de legers tegen elkaar, zonder resultaat. Maar dan komen de Amerikanen meevechten. Daar kan Duitsland niet tegenop en ze moeten zich wel overgeven. In 1918 is de oorlog voorbij. De Eerste Wereldoorlog heeft het leven gekost van 10 miljoen soldaten. Probeer de samenvatting niet te lang te maken, Nikki.


3.2 Oorlog en revolutie


Hoe verliep de Eerste wereldoorlog en waardoor brak de Russische revolutie uit?


De Eerste Wereldoorlog begon in 1914 en eindigde in 1919. Ook buiten Europa werd gestreden. Ook de VS en Japan namen deel aan de oorlog. Daarom was de Eerste Wereldoorlog ook echt een wereldoorlog. De geallieerde stonden tegenover de centralen. Zouden Rusland en Frankrijk Duitsland tegelijkertijd aanvallen, dan was er sprake van een Tweefrontenoorlog. In Europa waren twee hoofdfronten. Aan het Westfront werd een loopgravenoorlog uitgevochten. Aan het Oostfront was er een bewegingsoorlog. Op langere termijn kon Duitsland de tweefrontenoorlog niet volhouden. Aan het Oostrfront eindigde de oorlog in 1918 met een Duitse overwinning. In het Westen waren de Duitse soldaten erg uitgeput. De deelname van de VS aan de kant van de Geallieerden deed de balans in de oorlog uiteindelijk doorslaan. De Duitse generaals begrepen dat de oorlog niet meer te winnen was en stelden een burgerregering in. Deze nieuwe regering startte de vredesonderhandelingen. op 11 november 1918 werd de wapenstilstand getekend.

Ik mis het stuk over de 2 revoluties in Rusland.



3.3 Wapenstilstand en vrede


Waardoor kwam er een einde aan de Eerste Wereldoorlog?

De Eerste Wereldoorlog liep af toen op 11 november 1918 de vrede tussen Frankrijk, Duitsland en Engeland getekend werd. Deze kwam tot stand toen Duitsland na vier jaar oorlog zijn bondgenoten was kwijtgeraakt. en het leger was gaan muiten.Oostenrijk-Hongarije had de strijd opgegeven, nadat hun legers bij Italië alweer in de loopgraven terechtgekomen waren. Na het wegvallen van de bondgenoot, brak er in Duitsland een opstand uit; keizer Wilhelm II vluchtte naar Nederland, waar hij tot zijn dood verbleef. De Weimar-republiek kwam ervoor in de plaats, en onder dit bestuurd werd de oorlog gestopt. Dit leverde echter voor Duitsland wel het Verdrag van Versailles op, een vredesverdrag dat de oorlog tussen Duitsland en de geallieerden afsloot. Wat weer een van de redenen was voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog.


3.4 Rusland een Sovjetstaat


- Niet iedere Rus was het eens met de Oktoberrevolutie

- Liberalen wachtten op beloofde verkiezingen

- Grootgrondbezitters wilden landgoederen en hun tsaar terug

- Fabriekseigenaren wilden hun fabrieken niet afstaan

- Zelfstandige boeren vreesden het verlies van hun bedrijf

- Tegenstanders van Oktoberrevolutie vormden legertjes als ‘’de Witten met de communisten, de Roden, de strijd aan.

- 1920 Trotski (Rode leger) versloeg de Witten

- Lenin liet Tsaar en zijn gezin vermoorden

- Communisten hadden de macht

- Moskou nieuwe hoofdstad

- De regering van Lenin, de Raad van Volkscommissarissen, wilde echter niet de pas veroverde macht zomaar afgeven en joeg de volksvertegenwoordiging de eerste dag al naar huis.

- Privé bezit afgeschaft

- Fabrieken werden staatseigendom
- Boeren moesten gratis graan leveren aan de staat
- Raden gevormd van arbeiders en soldaten, de sovjets, die het heft in handen namen.
- Oorlogscommunisme

- Oorlogscommunisme werkte niet echt
- 1921 Nieuwe Economische Politiek (NEP)

- Boeren mochten verkopen en opbrengst zelf houden

- Kleine fabrieken weer privébezit

- Productie handel op gang

- 1924 Lenin stierf
- Trotski was voor een wereldrevolutie, ook al was het in West- Europa slechts bij opstanden gebleven

- Stalin wilde communisme in Rusland, Sovjet-Unie verder opbouwen

- Stalins machtbasis: partijsecretaris, verantwoordelijk voor benoeming had opgebouwd

- Trotski was populair door zijn Rode Leger en de overwinning op de Witten.
- Stalin won in 1928
- Trotski moest het land verlaten want er werd aangeklaad wegens verraad

Het is goed dat je probeert je samenvatting wat korter maar toch compleet te maken.






3.5 Lenin en Stalin


- Tsaar Nicolaas II regeerde met harde hand en van democratie was geen sprake.
- Lenen vond dat dat er een tijdje een dictatuur moest zijn zodat de revolutie kon slagen. (continuïteit)
- Onder de tsaar waren grond en fabrieken in handen van grootgrondbezitters en fabriekseigenaren.
- Communisten: boeren en arbeiders (werkelijkheid staatseigendom)

- Stalin 1928 aan de macht
- Vijfjarenplannen (productie industrie en landbouw voorgeschreven)

- Machinefabrieken & hoogovens gebouwd

- Boerderijen in grote landbouwbedrijven - kolchozen - samengebracht

- Werkzame boeren mochten eigen stukje grond bebouwen

- Nieuwe landbouwbedrijven opgericht, de sovchozen, staatsbedrijven, waar boeren in staatdienst werkten
- Tegenstanders van deze collectivisatie werden als rijke boeren vervolgd, ookl al was je zo arm

; Gemeenschappelijk bezit maken van landbouw en industrie

- Protesten tegen collectivisatie werd gebroken

- Stalin liet hele regio’s compleet uithongeren

- Tegenstanders werden als koelakken naar werkkampen gestuurd

- Met propagenda werd iedere Rus doordrongen van het communisme en het heilzame werk van Stalin.

; Politieke reclame

- Sovjet-Unie kreeg een totalitair systeem

; Het totale doen en laten wordt bepaald door de staat

- Stalin wantrouwde iedereen en zeker medestanders uit de revolutietijd, die populair waren onder de bevolking

- Niet alleen tegenstanders ook getrouwde kameraden werden opgepakt

- Uit angst voor hun familie, uit blinde trouw aan het bolsjewisme of vanwede de martelingen bekenden ze de meest misdaden tegen de Sovjet-Unie.

- Officieren uit het leger, hoge partijfunctionarissen, niemand kon de dans ontspringen.

- Doodgeschoten of in werkkampen in Siberië opgesloten.

- Die werden beheerd door de organisatie Goelag en lagen als eilanden in een oceaan van toendra’s, steppen en wouden verspreid de Goelagarchipel

; Stelsel van concentratiekampen in Rusland, beheerd door de organisatie Goelag




Matroesjka poppetjes


Russische matroesjka:


Medvedev:  Hij kijkt nogal boos, of streng. Hij heeft een zwart pak aan met een zwart-blauw gestreepte stropdas. Ook heeft hij een woord, of letters op zijn pak staan. En een grote gouden vogel en de Russische vlag, de vogel is het teken.


Poetin: Poetin kijkt ook heel erg streng. Hij heeft een blauw pak aan en op de voorkant staan de letters ''KRB''. Dat zijn de letters van zijn partij.


Jeltsin: Jeltsin kijkt een beetje streng, hij draagt bruine kleren en heeft grijs haar, in tegenstelling tot Poetin die blond haar heeft en Medvedev die bruin haar heeft. Jeltsin is dus waarschijnlijk een stuk ouder dan Poetin en Medvedev. Ook heeft hij een gouden medaille op zijn borst gespeld.


Gorbatsjov: Hij kijkt niet erg streng, draagt een felle rode jas en heeft het teken van de Sovjet-Unie op zijn buik. Hij staat bekend om het beëindigen van de koude oorlog.


Brezjnev: Hij kijkt heel erg streng, hij heeft hele grote wenkbrauwen en daardoor lijkt het of hij nog strenger kijkt. Zijn wenkbrauwen vallen heel erg op. Hij draagt een blauw pak met daarop 5 gouden sterren.


Chroesjtsjov: In tegenstelling tot de rest kijk hij erg vrolijk, hij kijkt niet boos en lijkt helemaal niet streng. Hij is kaal en heeft een roze pak aan. Op zijn buik staat een gouden maïskolf en hij heeft een soort van gouden sjaaltje aan. Deze vind ik het leukste tot nu toe want hij is roze en hij kijkt blij. Hij heeft graan of maïs bij zich dus wij denken dat hij de landbouw belangrijk vond.


Stalin: Statling kijkt een beetje streng maar het lijkt wel alsof hij elk moment in lachen kan uitbarsten. Hij heeft een grote zwarte snor, die valt heel erg op. En hij heeft een legergroen pak aan met 2 rode flappen erop. Hij staat erom bekent dat hij Duitsland heeft verslagen in de Tweede Wereldoorlog.


Lenin: Lenin kijkt heel erg boos en chagrijnig, hij is half kaal en het haar wat hi heeft dat is bruin. Hij heeft een zwart pak aan en op zijn pak bij zijn borst heeft hij een grote rode strik. Lenin staat er om bekent dat hij de Tsaar heeft vermoord.


Tsaar Nicolaas II: De Tsaar kijkt heel erg streng, hij is de keizer van Rusland. Hij heeft bruin haar en een baart. Hij heeft een blauw pak aan met gouden manchetten knopen en andere gouden versiersels.


Peter de Grote: Hij ziet erg erg klein uit, je kunt zijn gezichtsuitdrukking niet erg goed zien. Hij heeft een zwart pak aan met witte versiersels erop. HIj staat erom bekent dat hij de eerste Tsaar was die buiten de grenzen van zijn rijk reisde en hij zorgde voor de modernisering van Rusland. Peter hervormde Rusland tot een Europese grootmacht.

Goede beschrijvingen.

Al met al ben je al een heel eind op de goede weg!.Cijfer:8

Samenvatting geschiedenis hoofdstuk 2 + VOGGP opdracht


 

2.0 De lange weg naar het Binnenhof

 

Tijd van regenten en vorsten

- Handel en scheepvaart

- Kolonies (Kolonisatie)

 

Tijd van burgers en stoommachines

- Koloniaal rijk

- Nederlands - Indië

- Industrialisatie

 

{ Industriele Revolutie

- kwam laat en traag op gang in Nederland.

- Deden ze heel laat na

-

{ Franse Revolutie

- Deden ze heel snel na

{ Gevolg

1. vakbond

2. politiek

3. sociaal



 

2.1 Nederland als koloniale mogendheid

 

VOGGP (Verschijnsel, Ontwikkeling, Gebeurtenis, Gedachte of handeling, Personen)

Max Havelaar

Verschijnsel: koloniën, slavernij en racisme.

Ontwikkeling: Het boek dat werd uitgegeven in 1860.

Gebeurtenis:

1.1859 Max Havelaar.

2. Na 1860 ; Nederlandse planters leggen (thee)plantages aan.

Gedachte: Het boek is in 42 verschillende talen uitgegeven. De mensen zullen wel gedacht hebben dat het zo'n goed boek was, dat ze hem ook maar moesten aanschaffen. Het boek werd betiteld als 'The book that killed colonialism'.

Personen: Eduard Douwes Dekker ( schrijversnaam; Multatuli ) en de Indonesische schrijver;  Pramoedya Ananta Toer die het boek in 1999 betitelde als 'The book that killed colonialism'

 

Deelvraag:Waarom en op welke wijze breidde Nederland in de 19e eeuw haar aanwezigheid in Nederlands- Indië verder uit?

Nederland breidde haar aanwezigheid in Nederlands- Indië in de 19e eeuw uit door invoering van het Cultuurstelsel. Ze deden dit, omdat de ‘Oost’ nu veel geld kostte, maar weinig opbracht. Door invoering van het Cultuurstelsel werd er op de internationale macht veel geld verdiend. Dit gebeurde eerst alleen op het eiland Java. Na de afschaffing van het Cultuurstelsel werden de plantages overgenomen door particulieren. Nu werd de macht van Nederland in Nederlands- Indië sterkt uitgebreid, vaak met geweld. Het KNIL (Koninlijk Nederlands- Indisch Leger) hielp daarbij. Nu had Nederland veel meer gebied in Nederlands – Indië in handen, en daarmee ook meer winst.







2.2 Koning Willem 1 en de liberalen

Welbegrepen eigenbelang

-Liberalisme

- Willem 1

-Kapitalisme

-Sociale kwestie

                        

Liberalisme

- Politieke stroming

- Individuele vrijheid voor burgers

 

Kapitalisme

-productiefactoren (natuur - kapitaal - arbeid)

- in handen van particulieren, prijzen worden bepaald door de wet van vraag en aanbod

Wie hebben de productie factoren in handen?

 

Bij het Kapitalisme zijn de productiefactoren (natuur - kapitaal - arbeid) in handen van particulieren en worden de prijzen bepaald door de wet van vraag en aanbod. Het hoofddoel van kapitalistische ondernemers is het maken van zoveel mogelijk winst.

De productiefactoren, natuur, kapitaal en arbeid worden op verschillende manieren gebruikt. Natuur word verdeeld door de mensen, iedereen mag er gebruik van maken, het is niet zo dat de regering zegt dat ze het niet mogen gebruiken. Kapitaal is het geld wat mensen hebben en wat ze verdienen, ze zorgen er zelf voor dat ze zo veel mogelijk geld hebben.

 

Nederland wordt een monarchie

- Nederland

- Conservatief

- Monarchie

- Willem I

- Congres van Wenen

 

Nederland

- Monarchie

- Koning Willem I




Conservatief

- Franse Revolutie

- Congres van Wenen

 

Wat werd tijdens het Congres van Wenen besloten?

Tijdens het Congres van Wenen in 1814-1815 werd besloten dat de oude machthebbers in de meeste landen weer op de troon konden terugkeren. Zij en hun aanhangers wilde het liefst een herstel van de situatie zoals die bestond vóór de Franse Revolutie. Omdat zij fel tegen allerlei nieuwe ideeën en hervormingen waren, worden ze conservatief genoemd.

 

Het experiment mislukt

- Koning

- Willem I

- Experiment

- Liberalen

- Mislukking

- Samenvoegen

- Echtscheiding

- Grootste mislukking

- Uiteenvallen

- Teleurstellen

- Staatsinrichting

- Aandringen

 

Experiment

- Noord en Zuid samen

- Koning Willem I

 

Samenvoegen

- één land

- Nederland, België en Luxemburg

 

Waarom is het experiment mislukt?

Op aandringen van Koning Willem I werd besloten om Noord (Nederland) en Zuid (België en Luxemburg) tot één land samen te voegen. Maar de verschillen waren te groot en er kwamen opstanden. Daardoor trad Willem I een jaar later af.

Dit waren de grote verschillen:

 

 

 

Noord

Zuid

Economisch

Handel en Scheepvaart

Landbouw en industrie

     

Politiek

Burgers hebben veel invloed

Aristocratie maakt de dienst uit.

     

Religieus

Sterk Calvinistisch

Katholiek

     

Cultureel

Nederlandstalig

Deels Franstalig

 



8.2 Politiek-maatschappelijke stromingen → JORTgeschiedenis → Youtube

 

Wat is het verschil tussen een standensamenleving en een klassensamenleving?

Bij een klassensamenleving is sprake van sociale mobiliteit, je kunt je naar een hogere plek opwerken. Bij een standensamenleving kan dat niet, je blijft altijd hetzelfde. Bij een standensamenleving houden ze zich hier aan: Als je geboren wordt heb je een bepaalde plek en die blijf je hebben, je kunt je niet opwerken naar een hogere plek.

 

Wat wordt er verteld over:

- De Franse Revolutie

- De Industriële Revolutie

De Franse Revolutie: de Koning kreeg minder macht en de burgers juist meer. In 1815 wordt Napoleon verslagen. Daarna komt er weer een nieuwe koning. Er begint een nieuwe tijd in Europa. Overal in Europa komen de oude vorsten en Adel weer aan de macht. Voor de Franse Revolutie was er sprake van een standensamenleving: Als je in een bepaalde stand geboren werd dan bleef je ook in die stand en je kon niet zomaar van de ene naar de andere stand komen. Er was dus weinig sprake van Sociale Mobiliteit. Tijdens de Franse revolutie worden de standen afgeschaft

Industriële Revolutie: Ook die is van belang bij het verdwijnen van de standensamenleving want de Industriële Revolutie zorgde er eigenlijk voor dat er iets nieuws ontstaat, namelijk de Klassensamenleving. In de standensamenleving werd je geboren in een bepaalde stand, en dan bleef je dus in principe ook voor de rest van je leven in die stand. En bij iedere stand hoorde bepaalde rechten en plichten. In tegenstelling tot de standensamenleving kun je in de klassensamenleving wel hoger opkomen. Je kunt jezelf van heel klein tot heel groot opwerken en bovenin terecht komen. En andersom geldt dus ook dat je kunt afzakken, je kunt lager terecht komen. In de klassensamenleving is er dus wel sprake van Sociale Mobiliteit. En de klassensamenleving die vooral door de Industriële Revolutie opkwam, die zag er ongeveer als volgt uit:








Socialisme(extra)

Socialisme is een maatschappijvorm gebaseerd op gelijkheid, sociale rechtvaardigheid en solidariteit, of de verzamelnaam voor een verscheidenheid aan politieke en ideologische stromingen die naar een dergelijke maatschappij streven. Kerngedachte binnen deze stromingen is dat het collectief, al dan niet belichaamd door de overheid/staat, de hoogste beslissingsbevoegdheid heeft over de verdeling van macht en goederen. Arbeiderszelfbestuur staat centraal bij verscheidene socialistische theorieën.

 

Traditioneel wordt hiermee bedoeld dat de staat het verschil in economische macht, dat samenvalt met het verschil tussen arm en rijk, nivelleert en zo een einde maakt aan de klassenmaatschappij. Een wat modernere interpretatie is dat volledige nivellering niet noodzakelijk is voor het verwezenlijken van een eerlijke samenleving, maar vrijwel elke socialistische theorie gaat uit van een sterk overheidsingrijpen om sociale en maatschappelijke problemen op te lossen en kenmerkt zich door een sterke antipathie versus een (te) vrije markt. In dat opzicht staat het socialisme van oudsher lijnrecht tegenover kapitalisme en liberalisme. Het idee van een maakbare samenleving staat centraal in het socialisme.

Of de samenleving gevormd moet worden door overheidsingrijpen of door individueel initiatief is van oudsher strijdpunt binnen de socialistische beweging. Een meerderheid van sociaaldemocraten, marxisten en anderen zien heil in ingrijpen in economie en maatschappij door politieke partijen en regeringsdeelname, terwijl anarchistisch georiënteerde socialisten doorgaans fel gekant zijn geweest tegen staatsmacht, vooral waar die als ondemocratisch wordt ervaren.

bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Socialisme











2.3 Het rode spook waart door Europa



Op het plaatje zie je Karl Marx. Enkele invloedrijke personen waren ervan overtuigd dat de verhoudingen in de industriële samenleving onjuist en onrechtvaardig waren. Karl Marx was daarvan de meest belangrijkste.

 

De klassenstrijd volgens Karl Marx

Marx verdeelde de samenleving in 2 klassen.

-Een klasse had steeds de volledige macht over de productiemiddelen en de politiek (bourgeoisie)

-Een klasse had juist geen bezit of macht.





2.4 De kerken spelen weer mee

Deelvraag: Welke motieven speelden een rol bij het modern imperialisme?

Economische motieven: afzetmarkt en grondstoffen

Politieke motieven: machtsevenwicht in Europa is verstoord; dus landen gaan zich machtiger

maken met kolonies

Culturele motieven: christendom verspreiden, gezondheidszorg en onderwijs verbeteren

 

2.5 De emancipatie van de vrouw

Deelvraag: Welke maatschappijtypen kwamen in de 19e eeuw voor?

Antwoord: allemaal.

Jager-verzamelaars in Afrika, bijvoorbeeld Nigera (San- Bosjesmannen), agrarisch in Rusland, agrarisch- urbaan in Nederland

en Industrieel in Engeland.  

 

 

Begrippen - Kwartet

Waarom passen de volgende begrippen bij het thema dat ik heb gekozen?

Thema: Samenleving

Begrippen:

1. Conservatisme

2. Kapitalisme

3. Liberalisme

4. Sociale kwestie

 

1. Conservatisme

Een politieke stroming waarbij zo weinig mogelijk veranderingen doorgevoerd moeten worden en zoveel mogelijk bij het oude gelaten moet worden.

2. Kapitalisme

Een economisch systeem waarbij het maken van zo veel mogelijk winst het hoofddoel is en waarbij de ondernemer zo veel mogelijk vrijheid moet hebben om naar eigen inzicht dit doel te realiseren.

3. Liberalisme

Politieke stroming die streeft naar zoveel mogelijk individuele vrijheid voor burgers en zo weinig mogelijk overheidsbemoeienis.

4. Sociale kwestie

De bewustwording van het feit dat er in de eerste fase van de Industriële Revolutie een groot verschil tussen de verschillende sociale groepen was ontstaan (rijk - arm) die dringend om een oplossing vroeg. 

 

holocaust impressie geschiedenis pdf.pdf
PDF – 2,3 MB 155 downloads

Logboek geschiedenis


1. Fabrieken en kolonies

- Kijken

- Oriënteren lezen

- Zoekend lezen


Kijken:

Ieder plaatje tenminste 5 woorden


Bron 1

Een groot, hoog gebouw, met een glazen dak, een grote fontijn in het midden en verschillende standbeelden. Heel veel rode dingen en ook grote bomen en planten, maar ook vooral veel mensen.


Bron 3

Een grote ruimte met allemaal dezelfde machines erin waar vrouwen achter staan, achter elke machine een. Ook zie ik één man, dat is denk ik de baas, die de vrouwen commandeert.


Bron 4

Moderne fabriek met moderne machines, geen mensen maar robots en loopbanden, er worden auto´s geproduceerd.


Oriënterend lezen:

- 5 begrippen uit de tekst


De kenmerken van dit tijdvak:

- Textielindustrie

- Afrika en Azië

- Water- of stoomkracht

- Koloniën

- Grondstoffen

- Veel verandering

- Afhankelijkheid

- Fabrieken en steden




Zoekend lezen:

Wat moet ik weten?


1. gevolgen technische uitvindingen:

voortaan werd niet meer thuis met kleine gereedschappen gewerkt, maar in fabrieken met grote machines.


2. Veel producten - veel grondstoffen, gevolgen?

Voor het maken van de producten zijn er veel grondstoffen nodig, de grondstoffen konden niet allemaal uit Engelse bodem worden gehaald dus werden de grondstoffen uit delen van Afrika en Azië gehaald om meer producten te kunnen maken.


3. Op welke vlakken zijn de werelddelen van elkaar afhankelijk?:

De werelddelen zijn op economisch en politisch gebied van elkaar afhankelijk, ze hebben elkaar nodig.


Samenvatting 1.0 Fabrieken en Kolonies

Aan het eind van de tijd van Pruiken en Revoluties werden in de textielindustrie technische vindingen toegepast. Voortaan werd er niet meer thuis met kleine gereedschappen gewerkt, maar met grote machines in Fabrieken. De machines werden niet meer met spierkracht in beweging gebracht maar met water en stoomkracht. Er werden toen veel producten gemaakt en daar hadden ze ook veel grondstoffen voor nodig. Deze haalden de Engelse uit hun koloniën, Afrika en Azië. De machines zorgden voor veel verandering in de industrie. En veel steden werden afhankelijk van de fabrieken. De in de tijd van Burgers en Stoommachines gegroeide relatie en afhankelijkheid, is tot de dag van vandaag blijven bestaan.



1.1 De komst van de fabriek

Engeland.

Eind tijd van pruiken en revoluties.

Textiel industrie.

Meer met groten machines. Niet thuis.

water-stoomkracht

Afrika Azië koloniën

De industriële revolutie

politieke macht.

begin tijd van burgers en stoommachines

afhankelijkheid

1800-1900

veel problemen in Afrika nu komen door bezettingen van Europese landen.

spinning jenny


Tijdens de Tijd van Jagers en Boeren werkte het grootste deel van de bevolking als boer. Alleen in de grotere steden verdienden veel mensen met nijverheid en handel de kost. vanaf de zeventiende eeuw gingen veel boeren zich ook bezighouden met de nijverheid. Dat gebeurde in een gedeelte van hun eigen boerderij. Daarom wordt dit de huisnijverheid genoemd.

Over het algemeen werkten de echtgenoot en de andere mannen van de familie op het land, terwijl de vrouwen en dochters het huishouden deden. Wanneer dat allemaal klaar was hielden ze zich bezig met het spinnen van wol en katoen en het scheren van de draad voor de weefgetouwen. Vervolgens gingen de echtgenoten en zonen, als het werk op het land dat tenminste toeliet, weven. Er was ruimschoots werk voor het hele gezin.


De belangrijkste werkzaamheden van textiel zijn spinnen en weven. Om een wever aan het werk te houden waren er zeven of acht spinners nodig. Door de uitvinding van John Kay kon de spoel sneller door de schering geschoten worden. Dit betekent dat er geen kracht meer voor nodig was en het allemaal veel sneller ging dan eerst. Er waren 16 spinners nodig voor een wever omdat het allemaal zo snel ging. Dit was een probleem geworden en er moest een oplossing gevonden worden. Toen had een uitvinder de Spinning Jenny uitgevonden. Door deze uitvinding ging alles veel sneller en waren er minder mensen nodig.


Zowel de schietspoel als de spinning jenny konden zonder problemen nog binnen de bestaande huisnijverheid worden toegepast. Er kwam alleen maar meer en beter garen. Het leef- en werk patroon van de thuiswerkers bleef onveranderd. Toch gingen er timmerlieden, smeden en andere ambachtslieden aan het werk om betere en snellere machines te ontwikkelen. De meest succesvolle van hen was Richard Arkwright. Hij bouwde een spinmachine die met een waterrad werd aangedreven, een zogenaamde waterframe. Een spinner achter een waterframe verwerkte per uur net zoveel katoen als 200 vrouwen met een spinnewiel. Dat maakte het apparaat niet bruikbaar voor de huisnijverheid. Het waterrad kon echter niet met spierkracht worden aangedreven. Hiervoor was waterkracht nodig. Een waterrad was te groot en te duur voor de huisnijverheid. Daarom werd dit waterframe alleen gebruikt in fabrieken. Omdat er voor het waterframe veel snelstromend water nodig was, werden de fabrieken naast een rivier gebouwd waar dan tientallen waterframes werden geplaatst. Een spinner nam nu niet meer achter een machine plaats als hij daar toevallig tijd of zin in had, maar vanaf nu maakte de machine de dienst uit. Zodra er water door de sluizen werd geleid en het waterrad begon te draaien, werden de spinspillen in beweging gebracht. De arbeiders moesten op hun werkplek zijn, of ze zin hadden of niet. De fabrieksbel kondigde voor de arbeiders het begin en het einde van de werkdag aan.


Voor een goede fabriek moest die gelegen liggen aan een watertje of riviertje met stromend water. Als het lange tijd droog was dan moesten sommige fabrikanten hun fabrieken voor een tijdje sluiten. Omdat nieuwe riviertjes niet aangelegd konden worden, moest er een andere oplossing gevonden worden. De stoommachine was in zijn meest simpele vorm in Engeland al sinds het begin van de 18e eeuw in gebruik. Dankzij de verbeteringen van James Watt werd de toepassing flink verruimd. De stoommachine was in staat om het waterrad over te nemen. In 1778 werd de eerste stoommachine in een katoenspinnerij geïnstalleerd. Als er problemen waren met de stoommachine konden ze terug naar het waterrad. Doordat ze fabrieken overal konden bouwen, bouwden ze het midden in de stad. De mensen hoefden niet meer ver te lopen naar hun werk.


2e samenvatting

tegenstelde belangen

eigenaren hadden veel geld geïnvesteerd in hun fabriek. Ze wilden alles zo snel mogelijk terug verdienen en er nog meer bijverdienen. dat kon als ze tegen zo weinig mogelijk kosten zo veel mogelijk goederen maakten. Ze merkten dat ze aan sommige uitgaven niets konden veranderen, alleen aan de lonen kon wat veranderd worden. Zeker in een tijd met een overschot aan arbeiders konden de fabrikanten kiezen. Ze moesten lang en hard werken tegen een laag loon. Aan het begin van de Industriële revolutie gebeurde dat veel en waren de arbeidsomstandigheden erg slecht. De fabrikanten deden er niks aan, ze moesten juist nog harder en langer werken en waren verantwoordelijk voor eventuele ongelukken.


de stad groeit als kool.

tot in de 19e eeuw was er tussen platteland en stad een groot verschil, om een stad stonden grote muren en woonden veel mensen dicht op elkaar. eerst stonden fabrieken op het platteland maar door de stoommachine hoefde niet meer, en werden de meeste fabrieken in de stad gebouwd. En ik korte tijd groeiden dorpen uit tot steden of ontstonden er nieuwe industriesteden (urbanisatie). Het bleef handig om je fabriek dicht bij een plek te bouwen waar je grondstoffen vandaan kon halen.


ieder doet maar wat.

De steden groeiden zo snel dat er geen tijd was voor een plan voor riolering afvalverwijdering en dat soort dingen. en de huizen stonden zo dicht mogelijk op de fabrieken. een stad was erg rommelig en on hygiënisch.








Noordhoekring 182

1. Wanneer is het gebouw gebouwd?

Het gebouw aan de Noordhoekring 182 is gebouwd in 1930 met als architect F.C. de Beer

2. Waar is het gebouw in het verleden allemaal voor gebruikt?

Het gebouw is gebruikt als textielschool (1930-1958) – Hoofdbureau der Politie (1958-1997) De Nieuwste School (2005-2011) en wordt binnenkort de nieuwe Havo van Odulphus (vanaf 2014)

3. Beschrijf het beeldhouwwerk op de voorgevel van het gebouw.

  • een schaap als leverancier van de wol.

  • zittende vrouw met spinnewiel symboliseert het spinnen van wol.

  • putto met kaardedistel, verwijzend naar het kaarden van de wol en het ruwen van geweven stoffen.

  • zittende vrouw met weefgetouw.

  • knielende vrouw die zich kleedt in de gereedgekomen stoffen.


4. Wat heeft de afbeelding met de industrie in Tilburg te maken?

Het gebouw is gebouwd om te gebruiken als textielschool. De industrie in Tilburg heeft veel voor Tilburg gedaan. de afbeelding symboliseert de textiel industrie in Tilburg. Ze beschrijven het van het begin tot eind. Zo heb je een beeld hoe het vroeger in de textielindustrie ging.


Kinderarbeid:

In de negentiende eeuw was kinderarbeid een normaal verschijnsel. Kinderen werkten op het land, in de winkel of in de werkplaats. Dat werd niet alleen nuttig gevonden – ze konden daar wat van leren – maar was vaak ook nodig om het gezinsinkomen te verhogen. Toen door de Industriële Revolutie kinderen ook in fabrieken aan het werk werden gezet, rezen er steeds meer bezwaren – althans tegen kinderarbeid in de fabrieken.

De werkomstandigheden waren daar meestal heel slecht. Bekend is het verhaal van de glasfabriek van Petrus Regout in Maastricht, waar de ovens dag en nacht brandden. De fabriek draaide met twee ploegen die elk twaalf uur moesten werken. Kinderen van acht tot tien jaar oud liepen zo rond twaalf uur 's nachts halfslaperig over straat om aan hun werk te beginnen. Regout vond dat niet zo'n probleem. Volgens hem konden de kinderen wel wat slaap missen.

Omstreeks 1860 nam de kritiek op de kinderarbeid toe. Doktoren en onderwijzers legden uit dat het werk ongezond was en dat kinderen thuis hoorden in de schoolbanken. Fabrieksdirecteuren begonnen in te zien dat ze kinderen beter pas in dienst konden nemen nadat ze hun lagere school hadden afgemaakt. Kinderen van twaalf jaar en ouder die konden lezen en schrijven, waren immers beter inzetbaar in de fabriek. De fabriekseigenaren kregen tegelijkertijd minder behoefte aan kinderhanden omdat steeds meer werk door machines werd overgenomen. Ook de ouders werden aangestoken door de mentaliteitsverandering. Toen hun lonen begonnen te stijgen en de aanvullende inkomsten uit kinderarbeid dus minder noodzakelijk werden, begonnen ze hun kinderen meer en langer naar school te sturen.

Twee wetten hebben aan deze ontwikkeling bijgedragen. De Kinderwet van Van Houten (uit 1874) verbood de arbeid van kinderen tot twaalf jaar in werkplaatsen en fabrieken. Dat betekende overigens niet dat fabrieksarbeid van kinderen onmiddellijk geheel werd uitgebannen. Bovendien was landarbeid door kinderen niet verboden. De Leerplichtwet van 1900 maakte een definitief einde aan de kinderarbeid. Vanaf dat moment waren de ouders verplicht hun kinderen van zeven tot en met twaalf jaar naar school te sturen. In de praktijk deden de meeste ouders dat al. Rond 1900 bezocht negentig procent van de kinderen een school.


- Kinderen werkten op het land, in de winkel of in de werkplaats.

- ze moesten 12 uur per dag werken in slechte werkomstandigheden.

- In 1900 werd er definitief een eind aan de kinderarbeid gemaakt, de leerplichtwet zorgde hier voor.

- In 1874 werd er een wet geschreven waardoor kinderen niet meer mochten werken, hier waren zowel de arme als de fabriekseigenaren niet blij mee.

- De kinderen werkten in 2 of 3 ploegen zodat de fabrieken meer uren konden draaien.

- Vroeger was kinderarbeid normaal.

- De leerplicht wet, en de wet van van Houten.

- De kinderwet van van Houten verbood de arbeid van kinderen tot 12 jaar in werkplaatsen en fabrieken.


 


1.2 Overleven in een industriestad


vragen textielmuseum


1. Welke ontwikkelingen zorgden er in Tilburg voor dat er een overgang plaatsvond van huisnijverheid naar het werken in fabrieken

Door de ontwikkeling van de stoommachine en door er een fabriek in Tilburg neer te zetten, gingen er ineens veel mensen in en uit Tilburg in de textielindustrie in de textielfabriek werken. Door de stoommachines en de fabrieken vond er een grote overgang plaats van huisnijverheid naar het werken in fabrieken.


2. Beschrijf  de werkomstandigheden in de textielfabriek in Tilburg.

De werkomstandigheden in de textielfabriek waren heel slecht. Er hing een slechte lucht, de hele dag door maakte de machines een heleboel lawaai, er waren hele gevaarlijke machines, in de fabriek werkte ook kinderen onder hele slechte werkomstandigheden,  en er konden elke minuut van de dag ongelukken gebeuren waar zelfs mensen dood aan gingen. Maar door de slechte lucht in de fabrieken werden mensen ook vooral vaak ziek. Ze hadden het niet goed in de gevaarlijke fabriek.



De evolutietheorie is een logische theorie


evolutietheorie:

de door Darwin ontwikkelde theorie over de evolutie van het leven op aarde en het ontstaan van verschillende soorten, ander andere de mens.


argumenten voor mijn stelling:

Alleen de sterkste zullen overleven; de zwakkere soorten sterven uit.


evolueren, veranderen, je aanpassen aan de omgeving, dat houd in, kun je heel goed aan de omgeving aanpassen, dan overleef je, kun de dat niet, dan sterf je uit. Dus als het handiger is om je aan te passen, dan is dat nodig, zo heeft de natuur het bedacht.




- In vroegere oorlogen zag je veel dat de sterkste overleven of overwonnen.

- De blanke mensen waren ook beter ontwikkeld dan de zwarte, dus de theorie klopt want wij zijn hoog en zij zijn laag.

- The survival of the fittest gaat niet alleen om kracht maar ook om macht.

- De blanken voelden zich vrij genoeg om slaven in Afrika en Azië te halen want zij hadden een  hogere macht.

- Peerke donders was tegen slavenhandel dus hij was het niet met de theorie eens, hij hielp mensen in Suriname. Maar het blijkt ook dat hij het er wel een beetje mee eens is, hij staat zelf hoog en helpt mensen die laag staan, door te zeggen welke godsdienst ze moesten gaan volgen. Dus eigenlijk gebruikte hij een beetje zijn macht als je het zo bekijkt.

1.3 Europa op zoek naar markten

Engeland en Brits-Indië

In de 19e eeuw werd Groot- Brittannië het machtigste land van de wereld. Al voor de doorbraak van de Industriële revolutie hadden de Britten intensief contact met enkele gebieden in Azië.


steeds grotere goederenstromen.

veel grondstoffen die in Engelse fabrieken verwerkt werden kwamen uit tropische gebieden, het ging hierbij om hele grote hoeveelheid. Er werd in Engeland van 1741 tot 1750 nog haast niks ingevoerd en een halve eeuw later was dat al meer als 30 miljoen en weer een halve eeuw later was de invoer van Egypte en India meer dan 250 kg toegenomen. De Engelsen Haalden uit Iran ook al veel olie. Zo werd Engeland niet alleen afhankelijk van de overzeese gebieden alle goederen moesten ook nog eens verkocht worden. Eerst lukte dat wel in Europa maar later moest het gebeuren in Afrika en Azië.




een nieuw koloniaal hoofdstuk.

Als je zeker wou weten dat je ergens in een land je grondstoffen kon verkopen en het gebied kon afzetten moest je het veroveren(afzetgebied). vroeger beperkte ze zich tot een handels post dicht bij de kust. Na 1850 gingen de Europeanen(engelsen) zich steeds meer met het bestuur van het overzeese gebied bemoeien. Meestal werd dat veroveren en Werd het gebied een kolonie van Engeland. Deze golf van kolonisatie werd modern imperialisme genoemd. Afrika en Azie werden zo meer afhankelijk van Engeland.




groepsopdracht 1.3 op zoek naar markten

wat is modern imperialisme?

Een periode in de tweede helft van de negentiende eeuw waarin een aantal West-Europese landen door het veroveren van kolonies in Afrika en Zuidoost-Azië een groot koloniaal wereldrijk (imperium) opbouwden.


Nederland

1. Welke gebieden heeft jouw land gekoloniseerd tussen 1600 en 1914.

Nederlands-Indië, Suriname, Aruba en de Nederlandse Antillen:

Bonaire, Curaçao, Saba, St. Eustatius en St. Maarten.

2. Welke grondstoffen waren er in die gebieden te vinden?

Nederlands-Indië: specerijen

Suriname: suiker, koffie, tabak en katoen

Aruba: campechehout ( voor natuurlijke verf )

Nederlandse Antillen: bauxiet en olie (belangrijk voor in de oorlog)

3. Welke producten werden er van deze grondstoffen gemaakt?

Van katoen kon kleding gemaakt worden, suiker en koffie om te eten, drinken of als smaak verfijner. Tabak voor bijvoorbeeld eigen gebruik. specerijen voor gerechten, etenswaren. En bauxiet en olie waren belangrijk voor in de oorlog om bijvoorbeeld machines te laten werken. En campechehout werd gebruikt om bijvoorbeeld schilderijen te maken

4. Welke goederen werden verkocht in de koloniën?

Specerijnen werden/worden verkocht in Nederlandse-Indië. Suiker, koffie, tabak en katoen in Suriname. In Aruba campechehout ( natuurlijke verf ). In de Nederlandse Antillen bauxiet en olie.



5. Met welke andere grootmacht kwam jouw land in conflict en om welke gebieden ging dat conflict?




6. Hoe lang zijn de verschillende gebieden onderdeel gebleven van jouw land. (Met andere woorden: wanneer werden de landen onafhankelijk




1.4 Westers machtsvertoon

politieke motieven.

in de tweede helft van de 19e eeuw lieten ook minder geïndustrialiseerde gebieden hun oog op Azië of Afrika vallen, bij hun speelden culturele en politieke motieven een grote rol. Frankrijk had zo een enorm gebied veroverd. het was niet bekend dat dat gebied enorm belangrijke grondstoffen bevatte. en het was ook niet dichtbevolkt. De rede van de Fransen moet gezocht worden in verschuiving van de machtsverhouding in Europa. Nationalisme werd in de loop van de 19e eeuw erg belangrijk, want bijvoorbeeld Duitsland was nog niet 1 land het was een gebied met allemaal kleine staatjes, met de wens om 1 land te vormen. Na veel oorlogen lukte het eindelijk en viel Pruisen Frankrijk (de belangrijkste Staat) binnen. Voor de Fransen betekende het dat ze niet meer de hoofdrol speelden op het vaste land van Europa. Toen het Duitse keizerrijk werd uitgeroepen werd het een machtig land. Frankrijk ging buiten Europa op zoek naar eerherstel, ze gingen zo veel mogelijk gebieden veroveren om te laten zien dat Frankrijk nog steeds meetelde. Als gekeken werd naar oppervlakte had Frankrijk een nog een groter deel dan de Engelsen van Afrika.


de wedren om Afrika.

de verdeling van Afrika ging erg snel, en toen België Duitsland en Italië delen wouden van Afrika riep de Duitse kanselier Bismarck de conferentie van Berlijn uit in 1884-1885 werd het land verdeeld over Europa.


culturele motieven.

Na verloop van tijd gingen steeds meer Europeanen twijfelen aan het optreden van de blanken in Afrika, ze twijfelden niet aan zich zelf de westerse cultuur was de beste. Het boek van Charles Darwin werd beschouwd als een bevestiging. Maar waarom moest je het voor je zelf houden al die rijkdommen, waarom mocht Afrika daar niet van mee profiteren? Het verspreiden van het christendom speelde daarbij een grote rol. daardoor gingen steeds meer mensen zich bezighouden met het geloof verspreiden en de gezondheidszorg en onderwijs te verbeteren.


superioriteitsgevoel.

In het begin was Duitsland voor al bezig met de opbouw van hun land pas na de tijd van burgers en stoommachines kregen de duisters het idee om een groot koloniaal rijk te veroveren. er waren alleen nog maar gebieden over die niet belangrijk waren en waar weinig te verdienen was dus kozen de duisters voor een buitenlandse politiek, daarbij brachten ze het Europese machtsevenwicht in gevaar. soms leidde het bijna tot een koloniale oorlog. maar nu zou het niet een oorlog in Afrika worden maar in Europa. het werd de meest gruwelijke oorlog. De eerste wereldoorlog. het modern imperialisme was er een oorzaak van.


1.5 Jagers, boeren en arbeiders

landhervorming - hoe de industriële revolutie opgang kwam


woekeren met talenten - Rusland was erg verschillend; Arm en rijk.


een leeg land met molens - ruimtelijke ordening van Nederland


rondtrekkende bosjesmannen. - het bestaan van de bosjesmannen


kleinschaligheid - de wording van de industriële samenleving


dankzij de grote aantallen - waarom sommigen rijk zijn en anderen arm


overleven met gevlochten boomschors - hoe mensen leefden in oude Afrikaanse koninkrijken.